Om de uitslag van de pendel te kunnen interpreteren is het belangrijk om de code te snappen. Dit kun je doen door de pendel een paar simpele vragen te stellen.
In deze les wordt de term pendel gebruikt voor een pendel met een ketting, biotensor en wichelroede.
❶ Doe eerst de pendelmeditatie om te ontspannen.
❷ Stel de vraag: “Geef me een ‘ja’ .”
Concentreer je op de punt van de pendel en kijk welke beweging deze maakt.
Het kan even duren eer de pendel een beweging gaat maken. Dus concentreer je en ontspan. Wacht vol verwachting af wat er komen gaat.
Als er een kleine uitslag komt die je niet goed kunt zien dan vraag je: “Geef me een grote uitslag”. Kijk wat er gebeurt.
❸ Stel de vraag: “Geef me een ‘nee’ .” En kijk wat er gebeurt.
❹ Stel de vraag: “Geef me een ‘geen antwoord mogelijk’ .” En kijk wat er gebeurt.
De meest voorkomende bewegingen voor ‘geen antwoord mogelijk’ zijn:
Draaiende beweging tegen de wijzers van de klok in of met de klok mee.
De meest voorkomende bewegingen voor ‘ja’ of ‘nee’ zijn: rechtlijnige bewegingen van links naar rechts:
Of van boven naar beneden:
Vind je een beweging onlogisch dan kun je de pendel vragen om een andere beweging te maken voor bijvoorbeeld een ‘ja’ of ‘nee’.
Een wichelroede is vanwege de vorm (2 staven) alleen geschikt voor antwoorden met een ‘ja’ en ‘nee’. Meestal is een ‘ja’ een kruisbeweging en een ‘nee’ een beweging van de staven van elkaar af.
Ik had dat in mijn eerste pendelsessie dat er bij een ‘nee’ een beweging van boven naar beneden kwam. Wat onlogisch voor mij was omdat ik dat associeerde met een ‘ja’. Ergens vaag had ik aan de pendel gevraagd of de ‘nee’-beweging van links naar rechts kon, maar daar niet meer op gelet. Tot ik bij een volgende pendelsessie hele rare antwoorden kreeg op mijn vragen. Waar ik een ‘ja’ verwachtte kreeg ik een ‘nee’ en andersom. De bewegingen van de pendel waren spontaan omgedraaid in een voor mij logische beweging.
Dus: gewoon aan je pendel vragen en je krijgt wat je gevraagd hebt.
❺ Ga nu vragen aan de pendel stellen waarvan je weet dat ze een duidelijke ‘ja’ of ‘nee’ moeten geven. Vragen als:
- Draag ik een groene trui?
- Is mijn naam …. <naam>?
- Heb ik 4 kinderen?
- Ik woon op …… <adres>.
- Hou ik van spruitjes?
❻ Neem de tijd om je persoonlijke code te achterhalen.
Soms moet je een aantal keer proberen eer je een bepaalde uitslag krijgt. Merk je dat je gespannen wordt, gaat trillen of je meer spierspanning krijgt ergens in je lichaam (dat hoeft niet in je schouders of handen te zijn, maar kan ook in je benen zijn) hou er dan voor deze keer mee op en ga een andere keer verder.